Zaterdag 23 april. De dag van de sloepenrace in Lemmer. De heren hebben deze race gedaan als voorbereiding op de Harlingen Terschelling race. De lengte van de race was ruim 22 kilometer en dus een van de langere races van het seizoen. De race werd geroeid door acht heren van Roeiploeg Urk en twee gastroeiers (Ron en Wouter).
De heren van Roeiploeg Urk moesten zich om negen uur melden bij de schuur. (bijna) iedereen was stipt op tijd. Het urker kwartiertje kwam er bij een enkeling nog bij. We moesten zo snel mogelijk vertrekken van de haven in verband met de obstacle run die op Urk gehouden werd. De riemen en spullen werden ingeladen in sloep en bus en we vertrokken richting het Esso tankstation van Gerlof voor een saucijzen broodje en een bakje koffie. Hierna vertrokken we richting Lemmer.
Daar aangekomen was het druk bij het kranen, maar we konden zonder problemen de Jan van den Berg te water laten. Hierna was het wachten op de start. Gerrit de Wit ging als inval roeier mee met de Doordrijver uit Utrecht. Hij zocht dus zijn sloep op en zijn plekje daar. Ron en Wouter kwamen ons opzoeken en Erik en Jurie wisten ons ook te vinden. We waren compleet en het feest kon beginnen.
We hadden startnummer 51 en we zouden om 12:55 van start. Het weer was niet al te best. Het was niet warm en af en toe een buitje. Ook stond er een lekker briesje. Dit mocht de pret niet deren, want met deze omstandigheden was al vaak getraind op het onrustige IJsselmeer en ook was dit weer ideaal als HT voorbereiding.
De Jan ven den Berg startte tegelijk met de Orkaan uit Harlingen. De slag zat er al snel in en we konden de Orkaan al vrij snel achter ons laten en deze sloep kon ons maar nauwelijks of niet bijhouden. Zo vertrokken we. De haven uit. Slagtempo was 31 en de snelheid was 11 km/h. Als snel kwamen de eerste slachtoffers (of sloepen) dichterbij. Deze werden zonder problemen ingehaald op het grote meer. Het was flink roeien tegen de wind in. De snelheid zakte naar 10 km/h. Dit was zeker niet gek en door de tegenwind waren we in ons element en de ene na de andere sloep moest in ons zijn meerder herkennen. Nu begon het ook nog te regenen en nog harder te waaien. Dit vonden wij mooi want dit is ons trainingswater. Dus rammen richting die keerboei. We kwamen hier dan ook zonder problemen aan en konden zonder problemen keren. Nu hadden we de wind van achteren, dus de snelheid klom tot boven de 11 km/h. Zo ramden we weer het meer over.
De ene na de andere sloep moest lijdzaam toezien hoe wij ze passeerden. Dit deden we nog steeds met een snelheid van ruim 11 km/h en met een slagtempo van 31. Zo gingen we richting de slootjes. Net voor de sloten kwam de Twirre bij ons op zij. Deze snellere sloep konden we niet zonder slag of stoot laten gaan, dus maakten we ze het niet gemakkelijk. Uiteindelijk moesten we ze toch laten gaan. Zo gingen we de sloten in. Hier kregen we wat last van zuiging en dus zakte de snelheid iets in. Toch konden we nog steeds vrij gemakkelijk sloepen passeren. De stuurboord slagroeier begon hier wat groen en geel te zien, maar er werd stug door geroeid. We kwamen voorbij de kikkert. Dit betekent dat de helft van de race geroeid is. De slag, roeitijd en geroeide afstand waren goed. Nu draaiden we weer tegen de wind in. Snelheid zakte nog iets naar iets onder de 10 km/h. Het slagduo werd betrapt op een te hoog slagtempo (32). De wind trok aan. En toen in eens HAGEL. Bam. De stuurman kon niet meer vooruit kijken. De roeiers hadden de hagel in de rug. Gewoon doorrammen. Even later zakte het weer af.
Iemand maakte de opmerking dat zelfs de natuur voor ons geweld moest zwichten. Dat had hij beter niet kunnen doen. Nog meer hagel. De sloep vulde zich met ijs. Er lagen metershoge bergen hagel in de sloep. De roeiers moesten gaten graven om te kunnen blijven roeien en de stuurman ging een sneeuwpop maken… Nee grapje… Het hagelde flink door. Maar dat kon de mannen van de Jan van den Berg niet schelen. Gewoon doorrammen is immers ons motto?! We gingen al sloep passerend weer de bocht om. Wind deels in de rug. Zo roeiden we het kleine meer over. De Isela kwam ons langzaam voorbij roeien. Verder konden we zo zonder problemen weer het meer op komen. Hier zouden we de wind weer in de rug krijgen.
Dit viel echter wat tegen. De wind was meer van opzij en de beoogde snelheid werd lang niet altijd behaald. De laatste vijf kilometer… Zo roeiden we het meer over en kwamen we bij de havenmond aan. De Orkaan was nog in zicht achter ons en kon ons bij blijven. Echter wel op een minuut achterstand. Dat gingen we niet meer weggegeven. Zo ramden wij de laatste kilometers door naar de haven. De snelheid klom weer boven de 11. De eindsprint was ingezet en zo schoot de Jan van den Berg over de finish. Dit in een tijd van 2:24. Dit was naar (weers) omstandigheden niet gek.
Deze tijd was goed voor een 5e plek in de heren klasse 2 en een 18e plek in het algemeen klassement.